Auteur: Maarten Dieryck (1 juni 2019). Negentiende-eeuwse parken werden aangelegd om de collectieve levenskwaliteit te verbeteren. Ze brachten de stedeling in contact met bomen en planten, met open perspectieven, met ontspanning. Op oude ansichtkaarten lijken ze wel voorbehouden voor de elite, maar toch waren ze een manier om kwalitatieve groene ruimte te vulgariseren. Ze waren toegankelijk voor alle lagen van de bevolking. Dat beoogde Leopold II althans met de creatie van brede boulevards en grootstedelijke parken in Brussel. Ze zijn sindsdien gemeengoed geworden, als de gedeelde tuin van de stedeling.<br />
lees artikel
M A I L E R L I T E