Vijf afstudeerwerken wisten de jury het meest te bekoren. Ze stellen stuk voor stuk de rol van de ruimtelijke planner op scherp. Je leest ze hier.
Sebastien Oviedo legt op een zeer heldere manier het verband tussen de ruimtelijke ontwikkeling van Quito en de geschiedenis van dekolonisatie. Hij verklaart hierdoor ook de weerstand van de inheemse bevolking tegen de visie op de natuurparken die voor hen van zeer grote waarde zijn en een religieuze betekenis hebben. Door zich te verdiepen in de levensgemeenschap, waarden en gebruiken van de inheemse bevolking, slaagt hij erin een plan van aanpak voor te stellen die de waarden van de inheemse bevolking en hun gebruik van de natuurparken verzoent met de natuurdoelen. Hiermee stelt hij een bottom-up benadering tegenover de top-downplanning. Zijn aanbeveling naar ruimtelijke planners is om steeds de sociale component in planningsprocessen te betrekken.
Ranka Terpstra en Sarah Vaneenoghe willen Rodeland assisteren bij de opmaak van een gebiedsgerichte visie op landbouw. Zij slagen er hierbij in om bouwstenen aan te reiken die samen een concreet werkprogramma voor de landbouwtransitie in Rodeland inhouden. De bouwstenen hebben betrekking op verdere coalitievorming (community van landbouwers, een ketencoördinator en een agrobeheergroep om samenwerking tussen landbouwers op gebiedsniveau tot stand te brengen), landinrichtingsmaatregelen (centrale verzamelplaats voorstromen van houtsnippers, onthardingsvoorstellen, strategie voor omvorming van leegkomende hoeves naar agro-ecologische landbouwkolonies) en een regelluwkader (om juridische koolstofkringloop te sluiten en right to farm teverankeren). Deze bouwstenen zijn niet enkel toepasbaar op Rodeland, maar kunnen evenzeer de basis vormen voor een operationeel landbouwplan in andere gebieden. Hiermee heeft het afstudeerwerk een sleutel tot de noodzakelijke landbouwtransitie in Vlaanderen.
Laura Dreesen legde met haar afstudeerwerk een indrukwekkend parcours af. Zij ondersteunde de Kompanen, een bottom-up initiatief rond een buurtvoedselatelier en een netwerk van samen tuinen, plukplekken en akkervelden. Ze deed dit door zichzelf als één van de Kompanen op te stellen en hen gelijktijdig ook een spiegel voor te houden. Ze combineerde daarbij zeer verschillende creatieve werkvormen. In een mural tekende ze de sociale evolutie van de Kompanen die iedere kompaan nu verder kan aanvullen. In een reeks spelkaarten bracht ze alle rollen van de Kompanen en zo de ganse voedsel-community duidelijk in beeld. Die kaarten kunnen ze nu zelf opnieuw schudden, samenvoegen en aanvullen. Ze bracht alle Kompanen samen aan een rondetafel om visie op de toekomst te formuleren. Op die manier slaagde ze erin om samen met de Kompanen een concreet ontwerp voor het buurtvoedselatelier te maken, maar ook een duidelijke voedselstrategie op stedelijk niveau te ontwikkelen. Met deze strategie gaan de Kompanen nu in gesprek met het stadsbestuur. Hiermee treden de Kompanen uit hun individuele percelen en zien ze de ganse stad als hun werkterrein.
Aline Lenaerts en Theresa Martens maken een groot pleidooi om van de Leuvense straten ‘community streets’ te maken naar Japans voorbeeld. Hierbij engageren bewoners zichzelf om straten leefbaarder te maken. Om mensen hiervoor warm te maken werkten Aline en Theresa een ‘community handleiding’ uit, bewust naïef met uitnodigende en laagdrempelige voorbeelden. Daarom heeft het eindwerk ook de vorm van een 'travellers notebook' gekregen, een boek dat bestaat uit ansichtkaarten, een 'IKEA-handleiding', isometrie, pop-up tekeningen, schetsen, afbeeldingen, een grafisch kortverhaal en nog veel meer... In zijn totaliteit is het een chaotisch boek dat bedoeld is om mensen te prikkelen en te inspireren om actie te ondernemen, om gemeenschappen te versterken en te vormen. Alle voorbeelden verkennen op verschillende manieren de overgang tussen private en publieke ruimte en het innemen van restruimten om community te maken.
Laura Adams toont scherp aan dat het niet voldoende is om verkeersmaatregelen te nemen om luchtvervuiling in street canyons aan te pakken, maar dat versterkende ruimtelijke ingrepen even essentieel zijn. Ze ontwerpt een toolbox met vier toolsets: ruimtelijke maatregelen i.f.v. pollutie-reductie, pollutie-ventilatie, pollutie-captatie en blootstellingsreductie. Deze toolsets past ze toe op de Belgiëlei in Antwerpen. Na drie doorgedreven scenario’s komt ze tot een concrete maatregelenkaart die vertrekt vanuit de huidige mogelijkheden en wettelijke kaders. De toepassing van de maatregelen op de Belgiëlei kan voorbeeldstellend zijn voor de aanpak van andere street canyons.
De jury geeft een eervolle vermelding aan het afstudeerwerk van Aline Lenaerts en Theresa Martens omdat deze uitblinkt in creativiteit en hierdoor ruimtelijke voorstellen op een zeer laagdrempelige manier aan de man weet te brengen.
De prijs voor het beste afstudeerwerk in 2022 kent de jury toe aan het werk van Laura Dreesen. Als ruimtelijk planner wordt ze zelf deel van het weefsel van de Kompanen. Ze gebruikt creatieve technieken om inzicht te brengen in het thema voedsel op verschillende schaalniveaus, op niveau van de Kompanen en van de stad. Ze slaagt erin met haar werk de blik van de Kompanen te verruimen van de eigen percelen naar voedsel in het stedelijk weefsel en hier rond het gesprek met het stadsbestuur op te starten. Tijdens het onderzoek verkent en verruimt ze bovendien haar eigen rol als ruimtelijk planner.
Namens de jury
Boris Huyghebaert
Emma De Backer
Griet Celen
Helena Bieseman
Koen Van den Troost
Marjolein Lyssens
Miechel De Paep
Peter Swyngedauw
Simon Verledens