Van parking naar park
Het Moermanpark toont hoe een kleinere stad groots kan denken. De keuze om een parkeerterrein niet te bebouwen, maar om te vormen tot een groene en koelende plek toont politieke en ambtelijke durf. Daarnaast toont het ontwerp ook ambitie en de moed om de complexiteit van zo een project het hoofd te bieden. Het Moermanpark is immers niet enkel een groene plek, maar een essentiële stapsteen voor klimaatadaptatie en leefkwaliteit in het centrum van Roeselare: “Ondanks zijn beperkte oppervlakte heeft het park een grote hefboomwerking. Het verbindt bestaande groengebieden, creëert nieuwe routes richting onder meer de ziekenhuiscampus en het winkelgebied, en versterkt het netwerk van blauwe en groene ruimtes. Het toont hoe één ingreep een bredere stadsvergroening in gang kan zetten”, aldus juryvoorzitter Kathleen Van de Werf (VRP).
Het ontwerp bundelt meerdere uitdagingen: ontharding en waterbeheer, biodiversiteit, hittestress, sociale inclusie en mobiliteit. Door meer dan 300 parkeerplaatsen te schrappen, autoluwe straten te creëren en nieuwe fietsverbindingen aan te leggen, toont het project hoe steden verschillende opgaven in één integrale beweging kunnen aanpakken.
Dendervallei: samenwerking loont
De Dendervallei is een van de meest kwetsbare regio’s in Vlaanderen op het vlak van overstromingen. Het Strategisch Plan Ruimte voor Water Dendervallei heeft dus ook een grote meerwaarde voor het gebied en voor Vlaanderen. Het plan slaagt erin om een complex watersysteem helder in kaart te brengen en te vertalen naar een duidelijke strategie én een concreet uitvoeringsplan. “De jury waardeert dat het project niet blijft hangen in abstracte ideeën, maar heel tastbaar wordt, met onder meer overstroombare tuinen en maatregelen op perceels- en wijkniveau. Die combinatie van brede schaal, detailniveau en haalbaarheid is bijzonder zeldzaam in Vlaanderen”, stelt Kathleen Van de Werf.
Het project is ook voorbeeldstellend omwille van het breed en gedreven netwerk van ambtenaren die het project vormgeven. De betrokken teams tonen vertrouwen, durf en doorzettingsvermogen. Het plan bewijst dat gebiedsontwikkeling pas echt werkt wanneer overheden elkaar versterken in plaats van naast elkaar te opereren.
Ook het participatieproces valt op door zijn eerlijkheid en moed. Het mogelijke verdwijnen van woningen, herinrichting van privétuinen of aanpassingen van dagelijkse gewoontes worden open en duidelijk met de bewoners besproken.
De Vlaamse Planningsprijs is een initiatief van de VRP en lauwert innovatieve en stimulerende initiatieven die bijdragen aan een duurzame, kwaliteitsvolle ruimtelijke ontwikkeling. Het kan gaan om studies, plannen of ontwerpen. De winnaars werden verkozen door een onafhankelijke vakjury. De prijs wordt mogelijk gemaakt dankzij de steun van de Vlaamse minister van Omgeving.
Naast de twee winnaars heeft de jury drie projecten gekozen voor een eervolle vermelding: Woonveld III Westerkwartier (Oostende), Ter Elst (Leuven) en Masterplan 20-40 Nationaal Park Hoge Kempen.
In de categorie ‘beloftevol opgestart planningsproces’ verdienen de projecten ‘Woonveld III Westerkwartier’ van de stad Oostende en ‘Ter Elst’ van de stad Leuven een eervolle vermelding. Elk op hun manier geven de projecten blijk van forse ambitie en inzet op de maatschappelijke uitdaging van collectieve renovatie en warmtenetwerken op schaal van de wijk. Beide trajecten zetten de identiteit van de wijken, een sociaal kwetsbare wijk in Oostende, een erfgoedwijk in Leuven, centraal en tonen dat klimaat- en energietransitie het meest betekenisvol zijn wanneer ze dicht bij de bewoners worden aangepakt.
Hoewel beide projecten op duidelijke grenzen botsen – financieel, organisatorisch en beleidsmatig – getuigen ze van moed, vasthoudendheid en vernieuwend denken op buurtniveau. Dit is noodzakelijk pionierswerk om de energietransitie in Vlaanderen te versnellen.
In de categorie ‘afgerond planningstraject’ wil de jury het Masterplan 20-40 voor het Nationaal Park Hoge Kempen een eervolle vermelding geven. Het masterplan bewijst dat een precisiegerichte, intersectorale en sterk geregisseerde aanpak in staat is om aanzienlijke ruimtewinsten te boeken: zo werd reeds 10% van het gebied teruggewonnen via gerichte bestemmingswijzigingen, een uitzonderlijke prestatie.
De duidelijke langetermijnvisie – met de ambitie om de openruimte-oppervlakte te verdubbelen – en de bottom-up groei van het proces, gevoed door een krachtig partnerplan en politiek gedragen beslissingen, maken dit traject voorbeeldstellend voor andere landschaps- en nationale parken. Deze robuuste aanpak heeft Vlaanderen nodig.

